blog | 06-05-2020

Dermatoloog

‘Laat maar even zien’, zei mijn huisarts. Ik doe mijn t-shirt omhoog. Ze kijkt een paar seconden naar mijn rug en ook heel even naar mijn buik, loopt dan naar haar computer, tikt wat in, en zegt: 'Ik geef je een recept voor een cortison-zalfje.' Daarna staan we op en geeft ze mij een hand.

Ik stap in de auto op weg naar de apotheek. Maar dan bedenk ik me. In plaats van rechtdoor rijd ik rechtsaf, naar huis. Het zalfje haal ik niet op. Onzin, zo dacht ik, die puistjes gaan vanzelf ook wel weg. Ik wilde van mijn huisarts eigenlijk alleen weten wat ik had. Gek genoeg ben ik vergeten haar dat te vragen. En heeft ze het me ook niet verteld. Dus zal het niet ernstig zijn.

Drie weken later echter kreeg ik behoorlijk pijn op een bepaalde plek boven in mijn rug. Een irritant soort zenuwpijn. De puistjes van drie weken terug zitten er nog, ook op de pijnplek. Ik ging terug naar mijn huisarts. Ze kijkt er opnieuw naar en constateert: ‘Je hebt gordelroos, ik geef je twee recepten, een antiviraal middel en Tramadol tegen de pijn. Ik was geschokt. Ooit had ik eerder een vrij ernstige vorm van gordelroos, met daarna nog drie maanden post-herpetische zenuwpijn. 

Somber door dit vooruitzicht stap ik weer in mijn auto. Dit keer wel rechtstreeks naar de apotheek. Thuis slik ik meteen de eerste pil tegen het virus. De volgende morgen kijk ik nog eens. De puistjes zitten eigenlijk overal, niet alleen op de plek waar het pijn doet. Ik zie echter niet de bekende blaasjes die bij gordelroos altijd in groepjes voorkomen. Ik twijfel aan de diagnose en ga diezelfde dag nog naar de dermatoloog, voor een second opinion.

Weer gaat mijn t-shirt omhoog. Hij kijkt en zegt: ‘U heeft gelijk, het is geen gordelroos, en de pijn komt vanuit uw wervelkolom’. Ik ben blij (gelukkig geen gordelroos!) maar ook verwonderd, omdat hij kennelijk direct zag dat er iets aan de hand was met mijn wervelkolom. ‘Ik geef u een cortison-zalfje tegen de puistjes en iets tegen de jeuk’. Weer dus dat cortison-zalfje. ‘Ik heb geen jeuk hoor’, zeg ik. ‘Okee, dan alleen de cortison voor de puistjes.’
‘Wat zijn het eigenlijk voor puistjes?’, vraag ik. 
Hij zegt: ‘Heeft u een tuin’? 
‘Ja’. 
‘Werkt u daar veel in?’
 ‘Ja’. 
‘Waarschijnlijk zijn het beestjes uit uw tuin. ’ 
Ik denk even dat hij een grapje maakt, want ja, gaan die dan door mijn trui heen, dacht ik in een flits.
 Maar ik vraag iets anders. ‘Waarom zei mijn huisarts dan dat ik gordelroos zou hebben?’
 ‘Is moeilijk te zien’, was het diplomatieke antwoord.

Eenmaal thuis lees ik dat gordelroos door een huisarts makkelijk te herkennen is. Over ‘beestjes’ in de tuin die dwars door mijn trui heen lopen denk ik verder maar niet na. Geen van de medicijnen heb ik genomen. Geen Tramadol, geen Zerpex, geen cortison-zalfjes.

Zerpex is een antivirusmiddel tegen gordelroos. Het schijnt nauwelijks iets te doen tegen dat virus. Ook niet als je het binnen drie dagen na de eerste verschijnselen van de ziekte inneemt.
Op Tramadol reageer ik allergisch was mijn herinnering van een andere keer.
Het cortison-zalfje moest ik per pukkeltje aantippen. Maar ik had er minstens honderd. Dus dat deed ik ook maar niet.

Mijn huisarts vind ik heel aardig. Ik kan goed met haar opschieten. Maar ze heeft het altijd erg druk. De wachtkamer zit dagelijks vol. Recepten uitschrijven gaat sneller dan vragen stellen. Deze manier van doen is natuurlijk heel discutabel. Het kan zijn dat ze door haar patiënten aardig gevonden wil worden; veel mensen zijn blij met een recept, een tovermiddel dus. Of ze ontvangt geld van de pharma-industrie. Of ze handelt overspannen, door haar tijdgebrek. Alle drie zijn natuurlijk geen excuus.

Een week later was de pijn weg. Hulpmiddelen als veel warmte op de plek, warme baden en paracetamol hielpen een beetje. Nog een week later verdwenen ook de puistjes langzaam weer.